De coquilles maken deze risotto met venkel en coquilles tot een luxe gerecht. Toch is het simpel om te maken. Wel moet je voor risotto even de tijd nemen.
Breng in een pan de kippenbouillon aan de kook en houdt de bouillon tegen de kook aan. Zet de pan vlak naast de plaats waar je de risotto gaat maken.
Smelt in een hapjespan de helft van de boter en bak hierin de ui en venkel, totdat de ui glazig maar niet gekleurd is. Voeg dan de risottorijst toe en roer alles goed, zodat alle rijstkorrels met boter bedekt zijn. Laat de rijst even meebakken. Zorg ervoor dat de rijstkorrels goed heet zijn voordat je de wijn toevoegt.
Voeg de wijn aan de rijst toe en laat de wijn volledig verdampen. Voeg nu soeplepel voor soeplepel de bouillon toe. Voeg pas een nieuwe lepel toe als de vorige lepel bouillon bijna geheel is opgenomen. Roer daarbij voortdurend over de bodem en de wand van de hapjespan. Ga op deze manier nog ca. 15 minuten door. Voeg steeds wat minder bouillon toe, zodat de rijst niet te nat wordt. Stop met toevoegen van de bouillon als de rijst gaar is, maar in het midden nog een beetje hard.
Schep de fijngesneden bieslook en de limoenrasp door de risotto. Breng op smaak met zout en peper.
Verhit ondertussen de rest van de boter in een koekenpan. Bak hierin de coquilles ongeveer 1-2 minuten per kant.
Verdeel de risotto over twee borden en leg de coquilles op de risotto.
Dit recept is gevonden op receptentesten.nl